Wat is de betekenis van Catechumenen?

Catechumenen (Κατηχουμενοι, lett. degenen die onderricht worden; van κατηχειν mondeling onderrichten; in het latijn catechumeni; de aanduiding audientes werd ook wel gebezigd, maar naderhand, waarschijnlijk omdat de manicheën de term auditor kenden, blijkbaar gemeden). De catechumenen waren in de oude kerk degenen die geleideli...

(Gr.: hatechoemenoi, onderrichten) zijn leerlingen, die zich op het H. Doopsel voorbereiden. De onderrichting was soms zeer kort, gelijk bijv. blijkt uit de doop van de Ethiopiër door Filippus (Hand. 8 : 36—38) en gelijk het ook later vaak het geval was bij massabekeringen, doch reeds tamelijk vroeg ging men meer zorg aan de voorbereidin...

(Gr. die onderricht krijgen) heetten in de eerste Christelijke tijd de Joden en heidenen, die tot het Christendom wilden overgaan, maar nog niet gedoopt waren. Zij werden in de Christelijke leer onderwezen en werden alleen tot het eerste deel van de mis toegelaten.

(van het Griekse katêchoumenos, „onderrichte”) heten sinds de 2de~3de eeuw degenen, die zich door vnl. groepsgewijze onderrichting (Catechese) op het ontvangen van het doopsel voorbereiden. De duur van het catechumenaat varieerde reeds in de oude Kerk; normaal was een duur van 2 à 3 jaar; sommigen bleven echter veel...

doopleerlingen i/d eerste eeuwen v/h Christendom.

de geloofs- of doopleerlingen (der eerste christel. tijden), die zich tot het h. Doopsel gedurende vele jaren voorbereidden; werden verdeeld in: Hoorenden, die de h. Mis (z.a.) tot aan de predikatie bijwoonden; de Knielenden, welke ook nog bij eenige gebeden tegenwoordig waren en de Uitverkorenen, die welhaast het h. Doopsel (z.a.) zouden ontvangen...

Catechumenen waren in de eerste eeuwen der Christelijke Kerk de Joden en Heidenen, die verklaard hadden, dat zij tot het Christendom wilden overgaan, maar nog niet waren gedoopt. Immers na de 3de eeuw werd de doop der volwassenen voorafgegaan door een 2- of 3-jarig onderwijs in de Christelijke leer. De catechumenen mogten alleen de voorlezing van h...

zoo noemde men in de eerste tijden van het Christendom de bekeerde Joden en Heidenen, die den Doop nog moesten ontvangen; zij hadden bij de godsdienst-oefening eene afzonderlijke plaats, en mogten niet tegenwoordig zijn bij de viering van het Nachtmaal. In later tijd werden (en nog tegenwoordig worden) C. genoemd allen, die, uit christen-ouders geb...