Wat is de betekenis van Cassiêre?

2025-07-26
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

cassiere

kassier.

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Cassiere

Cassiere - Pieter, afkomstig van Den Bosch, deken der rederijkerskamer De Olijftack van Antwerpen, van wien o.a. enkele refereinen (in De Bruyne’s refereinenbundel) en een min of meer hervormingsgezind tafelspel (1560) bewaard zijn. Zijn spreuk was: waer is de Waerheyt?

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

cassière

= caissière.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Cassière

zie caissière.

2025-07-26
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Cassière

kashoudster.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Cassiêre

CASSIÊRE, v. (-s), zij die aan de kas zit, geld int: eene cassière gevraagd.