Wat is de betekenis van Capitulum?

Lat. voor een klein hoofd of een kopje, in het bijzonder van een klein beenstukje. Vgl. caput.

i, n. hoofdje, kopje; meton., = mens, kerel, o capitulum lepidissimum, Ter.; hoofdstuk, kapittel; hoofdinhoud.

hoofdje.

Capitulum - (Lat., = hoofdstuk, kapittel), → Pericoop; → Kapittel. In de liturgie: 1° stuk, deel van Schriftuurboek of psalm, en later (7e eeuw) korte Schriftuurtekst in het koorgebed (uit het hoofd) voorgedragen, tevoren „lectio brevis” genoemd; 2° hoofdstuk uit den Regel, voorgelezen in het tweede gedeelte („O...

o. (...la) [Lat.] kapittel.

hoofdje, afgerond, verdikt einde van een been.

(Lat.), hoofdje, afgeronde verdikking van het uiteinde van een been, bijv. C. costae, ribhoofdje, C. humeri, gewrichtsknobbel aan de benedenste epiphyse van het opperarmbeen, C. mandibulae, het gewrichtshoofd van het gewrichtsuitsteeksel der onderkaak, C. radii, spaakbeenhoofdje, C. stapedis, stijgbeugelhoofdje, grenzende aan den processus lenticul...

(Lat.), hoofdje, afgeronde verdikking van het uiteinde van een been, bijv. C. costae, ribhoofdje, C. húmeri, gewrichtsknobbel aan de benedenste epiphyse van het opperarmbeen, C. mandibulae, het gewrichtshoofd van het gewrichtsuitsteeksel der onderkaak. C. radii, spaakbeenhoofdje, C. stapedis, stijgbeugelhoofdje, grenzende aan de processus le...

zie Hoofdje, Hoofdstuk en Kapiteel