Wat is de betekenis van Canicula?

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Cănīcŭla

ae, f. hondje, ook als scheldwoord gebruikt van kwaadaardige mensen. | overdr., = canis, de slechtste worp in het dobbelspel; z. verder Canicula.

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

f. hondsdagen; Hondsster, Sirius.

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Canicula - Lat. naam voor de Hondsster, Sirius.

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Canicula - zie Canis Maior.

J. Kramer (1908)

Sterrenkunde, Hondsster, Sirius.

Unieboek | Het Spectrum (2025)

...

Premium Werk

Gerelateerde zoekopdrachten