Callicárpa móllis SIEB. et zucc
Japan, Korea; 1-2 m. Laag blijvende struik met slanke, viltig behaarde twijgen; bladeren aan tot 10 mm lange behaarde bladstelen, elliptisch tot ei-lancetvormig, 6-12 cm lang, met puntige top en meestal afgeronde bladvoet, rand ongelijk gezaagd-getand, bovenzijde dof donkergroen met typisch diep ingedrukte nerven die duidelijk tot de rand doorlopen...