caducus
cadúcus (-a, -um), - van Lat. cadĕre, vallen: gemakkelijk afvallend; spoedig afvallend. Vgl. decidŭus.
Dr. C. A. Backer (1936)
cadúcus (-a, -um), - van Lat. cadĕre, vallen: gemakkelijk afvallend; spoedig afvallend. Vgl. decidŭus.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
vallend, gevallen, fulmen, neergeslingerd, Hor.; overdr., niet aan de in het testament gezette erfgenaam (vanwege diens kinderloosheid), maar aan andere, kinderen bezittende erfgenamen en bij gebrek aan dezen aan het aerarium, later aan de fiscus vervallend = onbeheerd, zonder rechtmatige erfgenaam. | tot vallen geneigd, licht kunnende valle...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: