buat
1) apa boléh buat, wat doe je eraan? niets aan te doen; berbuat, doen, verrichten, plegen; jang berbuat, de dader; membuat, memperbuat, maken, vervaardigen, bereiden, produceren, fabriceren, leveren; aanleggen, maken tot, gebruiken als, aanwenden; dibuat(-buat), „gemaakt", verzonnen, kunstmatig, verdraaid (handschrift); membuat gawé (Palembang...