Wat is de betekenis van broekkakker, broekpisser, broekschijter, broekzeiker?

2025-07-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

broekkakker, broekpisser, broekschijter, broekzeiker

lafaard, bangerik. Letterlijk: iemand die in zijn broek doet (van de angst). Vgl. Zuid-Afrikaans broekskijter (De Beer & Laurillard). Broekschijter wordt ook liefkozend gebruikt tegen een klein kind (zie citaat Johan Fabricius). Vgl. Frans: chie-en-culotte. ‘Zo, kleine broekschijtert,’ begroet Chris hem vaderlijk. (Johan Fabri...

Gerelateerde zoekopdrachten