Wat is de betekenis van Briefdrager?

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

briefdrager

of brievendrager, m. briefdragers (Z.-N. postbode).

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Briefdrager

m. (-s), (gew.) postbode.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Briefdrager

BRIEFDRAGER, m. (-s), (Zuidn.) postbode, brievenbesteller.