Wat is de betekenis van Bramen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bramen

(braamde, heeft gebraamd), van de braam, ontdoen.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bramen

bramen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord braam

2025-07-25
Encyclopedie van het milieu

Oosthoek (1984)

bramen

vruchten-(‘bramen’)dragende planten uit het geslacht Rubus (familie Rosaceae), die gekenmerkt worden door een grote hoeveelheid stekels (de ongestekelde braam is een afwijkende, gekweekte soort). In Nederland komen ca. 50 soorten bramen voor, en nog geregeld worden er nieuwe gevonden (dit komt doordat de soorten zoveel op elkaar lijken)...

2025-07-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Bramen

of Rubi vormen een plantengeslacht, behorend tot de familie der Rosaceeën. Het zijn meest heesters met stekelige takken en 3- tot 5-tallige, zeldzamer oneven-gevinde, bladeren. De witte of rode bloemen staan in tuilvormige pluimen, zelden afzonderlijk, en worden gekenmerkt door het ontbreken van een bijkelk, verder bezitten zij e...

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bramen

('bra:mən) (braamde, heeft gebraamd) [braam, rand] de braam afnemen.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bramen

(braamde, heeft gebraamd), van een braam ontdoen, meestal door middel van slijpen.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bramen

BRAMEN, (braamde, heeft gebraamd), de braam afnemen.