Wat is de betekenis van bouwplan?

o. (-nen), plan waarnaar gebouwd wordt, ook : plan van aanleg van straten en wijken.

bouwplan - Zelfstandignaamwoord 1. beschrijving hoe iets gebouwd gaat worden ♢ De architect en de aannemer hadden een zeer nauwkeurig bouwplan gemaakt voor de nieuwe wolkenkrabber. 2. wat een groep dieren of planten gemeenschappelijk heeft qua vorm en bouw ♢ De werv...

bouwplan - zelfstandig naamwoord uitspraak: bouw-plan 1. plan dat gevolgd wordt bij de bouw ♢ volgens het bouwplan komen er twee ramen in de voorgevel 2. voornemen om te bouwen ♢ mijn broer en z...

het geheel van kenmerken waardoor een bepaalde groep van organismen zich onderscheidt van andere. De kenmerken worden gevormd door de aanwezige organen, de ontwikkeling en de rangschikking ervan.

Het b. geeft aan de verdeling van het grondgebruik over de verschillende gewassen w.o. grasland en boomgaard (z. Productieplan).

o. (-nen) plan waarnaar een huis enz. gebouwd wordt.

o. (-nen), 1. plan, voornemen om te bouwen; 2. plan waarnaar gebouwd wordt; 3. plan van aanleg van straten en wijken: een stedelijk 4. (landbouw) het aangeven hoe de beschikbare grond over de verschillende te verbouwen gewassen verdeeld wordt ; 5. (biologie) beschrijving en rangschikking van verschillende orgaangroepen naar hun kenmerken. Voor...

Bouwplan - 1) plan voor een te zetten gebouw; — 2) plan van bebouwing van een terrein; in het bijzonder, wanneer het geldt een plan, dat met het oog op dadelijke uitvoering wordt vastgesteld, zulks in tegenstelling met uitbreidingsplan eener gemeente, waarin ook de bebouwing voor een meer verwijderde toekomst wordt opgenomen. Wanneer het b. den aan...

...