Bouwheer
m. (...lieren), stichter, opdrachtgever van gebouwen, inz. van kerken, paleizen enz.; de grote bouwheer des heelals, de Schepper.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (...lieren), stichter, opdrachtgever van gebouwen, inz. van kerken, paleizen enz.; de grote bouwheer des heelals, de Schepper.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
iemand die laat bouwen. iemand die de opdracht geeft tot de constructie van een bouwwerk; iemand die laat bouwen. Voorbeelden: De Woningbouwwet (Wet van 9 juli 1971) beschermt in het bijzonder de bouwheren die op plan een sleutelklaar huis of appartement kopen of laten bouwen indien de klant geldstortingen moet doen vooraleer de woon...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
opdrachtgever van een bouwproject (formeel) Vooraleer het Scheldewater eind april de sluis zal vullen, zette de bouwheer van de grootste sluis ter wereld nog een laatste keer de deuren van de indrukwekkende werf open voor het publiek (Het Laatste Nieuws) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 5
Jean-Paul Pinon (2003)
Elke natuurlijke of rechtspersoon die beslist werken te verwezenlijken, die het ontwerp ervan al dan niet bestudeert of doet bestuderen en de uitvoering ervan als dan niet aan een aannemer toevertrouwt (Raadplegings-KB Gas). Om aan deze definitie te beantwoorden is het voldoende te besluiten tot het uitvoeren van werken. de kwalificatie van bouwhee...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is de opdrachtgever of principaal voor een bouwwerk. Bij bouwwerken van belangrijke omvang staat tussen bouwheer en aannemer nog een architect of ingenieur, bij kleine staat eerstgenoemde rechtstreeks in relatie tot de aannemer.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Bouwheer - of principaal is hij, die opdracht geeft tot het maken van een gebouw en voor wiens rekening gebouwd wordt. Deze benaming wordt in het bijzonder gebezigd, zoodra men de verhouding van den opdrachtgever tot architect en aannemer op het oog heeft (zie over deze verhouding ook Woonhuis). De b. stelt het bouwprogramma op. Namens den b. gesch...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Bouwheer noemt men den lastgever voor den bouw, soms den eigenaar en toekomstigen bewoner, soms den verhuurder der te maken gebouwen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: