Bouwen (werkwoord)
(bouwde, heeft gebouwd), 1. de bodem bewerken om er vracht van te trekken, m.n. beploegen: de akker bouwen; het is niet gemakkelijk een mooie rechte voor te bouwen, te ploegen; (abs. gebezigd) een boerderij hebben, boeren, het boerenbedrijf uitoefenen; 2. boekweit bouwen, verbouwen, het land met boekweit bezaaien; koren -, maaien, oogsten; hooi bo...