Botterik
m. (-en), domoor, stommerik.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
bot persoon. iemand die bot is; bot persoon; lomperik. Voorbeelden: Hoewel je misschien je gevoelens verborgen houdt, ben je buitengewoon gevoelig in relaties en word je gemakkelijk gekwetst door de botteriken in het leven. http://www.catharinaweb.nl/astrologie/venus.htm Er zijn passages die je onmiddellijk het geestelijk ver...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
botterik - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) lomperd Woordherkomst afgeleid van bot met het achtervoegsel -erik
Marc De Coster (2017)
Botterik - iemand die veel drinkt of zich liederlijk gedraagt. Van botten = stoten, en een bot = een dommerik. De volkstaal kent ook nog het woord bottekroes met dezelfde betekenis.
Marc de Coster (2007)
onbeschaafd, lomp persoon. In de jeugdtaal van eind vorige eeuw ook wel: botto. Mijnheer Swart dacht aan de leelijke recensie, die hem in elk geval op dit oogenblik geen goed deed. Hij gromde zelfs zoo iets tusschen de tanden als van ‘ezels’ en ‘botteriken’; en dan moest het wel erg zijn als hij dat deed, ook maar in zijn ei...
Jozef Verschueren (1930)
m. (-en) persoon die traag is van begrijpen. Syn. domkop, dommerik, domoor, stommeling, stommerik.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: