Wat is de betekenis van Bosschap?

2025-07-24
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

bòsschap

(zn) zeggenschap TM.

2025-07-24
Encyclopedie van het milieu

Oosthoek (1984)

Bosschap

Ned. bedrijfsschap, ingesteld in 1954 op grond van de Wet op de bedrijfsorganisatie, voor de ondernemingen waarin bosbouw of houtteelt wordt uitgeoefend (zowel particuliere ondernemingen als overheidsbedrijven).

2025-07-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Bosschap

is het bij K.B. van 17 Febr. 1954 ingestelde en in S. No 70 van 2 Mrt 1954, afgekondigde bedrijfschap voor de bosbouw en de houtteelt. Na het Landbouwschap is dit de tweede horizontale publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. In het b. zijn alle producenten in de bosbouw en de houtteelt vertegenwoordigd, met name de Staat, de gemeenten en particulie...

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bosschap

o. (-pen) bedrijfschap voor de bosbouw en de houtteelt.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bosschap

in Nederland bedrijfsschap, ingesteld bij KB van 17.2.1954, Stb. 70, op grond van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, voor de ondernemingen waarin de bosbouw of de houtteelt wordt uitgeoefend (zowel rijksbedrijven als gemeentelijke en particuliere bedrijven). De organisatie is gelijk aan die van het landbouwschap.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten