Wat is de betekenis van Blumenthal?

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Blumenthal

Blumenthal - 1° J a k o b, pianist. 4 Oct. 1829 te Hamburg, ♱ 17 Mei 1908 te Londen. B. studeerde te Hamburg bij F. W. Grund, te Weenen bij K. M. von Bocklet en S. Sechter en bij Henri Herz aan het conservatorium te Parijs. In 1848 vestigde hij zich te Londen. Hij schreef ook salonstukken, kamennuziekwerken en liederen. Hanekroot. 2° Joseph von, v...

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Blumenthal

Oskar, Duits schrijver, *13.3.1852 Berlijn, †24.4.1917 Berlijn. Blumenthal was de stichter en leider (1888-97) van het Berlijns Lessingtheater. Van zijn oudere stukken heeft de satirische komedie Der Probepfeil (1884) blijvende betekenis, van de latere zijn vooral de met Kadelburg geschreven blijspelen: Grossstadtluft (1891) en lm weissen R&...

2025-07-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Blumenthal

1) kreits in het pruisisch regeeringsdistrict Stade, 174 km-., 24000 inw.; 39 landgemeenten. 2) B. in Hannover, dorp, hoofdpl. van den kreits B , 3 km. beneden Vegesack, niet ver van de Weser; 300 inw.