Wat is de betekenis van blesseren?

(blesseerde, heeft geblesseerd), (<Fr.), kwetsen, wonden; (ook fig.).

blesseren - Werkwoord 1. (ov) lichamelijk letsel toebrengen ♢ De ongelukkige botsing van de twee spelers blesseerde hen beiden. 2. (refl) lichamelijk letsel oplopen ♢ Hij heeft zich in de wedstrijd lelijk geblesseerd. Woordherkomst Van het...

blesseren - regelmatig werkwoord uitspraak: bles-se-ren 1. een beschadiging krijgen of toebrengen ♢ Thorvald is bij het hardlopen geblesseerd geraakt Regelmatig werkwoord: bles-se-ren ik blesseer ...

kwetsen

wonden; krenken; beledigen.

v., blessearje.

wonden, kwetsen; krenken, beledigen.

geblesseerd (Fr. wonden, kwetsen; ook fig.).

wonden.