Bleek (bleker)
bleek¹, bn. (bleker, bleekst), 1. (van het gelaat of andere lichaamsdelen) zwakker gekleurd dan normaal, zonder blos, wit: bleke wangen; bleek om de neus worden; van schrik; zo als de dood, als een doek; 2. zeer licht van kleur, witachtig: het bleke zand; 3. lichter, minder intens van kleur dan normaal: bleke inkt; bleek goud, goud met zilve...