bigifoetoe
1. (de), filariasis (filaria) zich uitend in elefantiasis (‘olifantsziekte’), d.i. vergroting van benen en schaamdelen. Ze keek mij met flitsende ogen aan, als een zigeunerin zo vlammend, raapte wat ik had neergezet samen, wierp haar hoofd in de nek en ging... Zij had bigi-foetoe, mijn God... (Dobru 1968b: 42). Etym.: S (bigi = groot; f...