Wat is de betekenis van bifidus?

2025-07-25
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

bifidus

bífidus (-a, -um), - van Lat. bi(s), dubbel, tweemaal; findĕre (stam fĭd), splijten: in tweeën gespleten, tweespletig.

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bifidus

[Lat., van bi- = dubbel-, en findere = splijten] in tweeën gespleten; spina bifida, gespleten ruggegraat (aangeboren afwijking).

2025-07-25
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Bifidus

Lat. voor „in tweeën gespleten”, bijv. spina bifida, zie spina3.

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Bĭfĭdus

in tweeën gespleten.

2025-07-25
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Bifidus

(findo, splijten), in twee deelen gespleten, zie Spina bifida.

2025-07-25
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Bifidus

(findo, splijten), in twee delen gespleten, zie Spina bifida.

Gerelateerde zoekopdrachten