Wat is de betekenis van bies, bieze?

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bies, bieze

v. biezen (1 dun, lang opgroeiend oevergewas; Lat. scirpus; 2 een enkele steel dezer plant; 3 boordsel, dunne streep inz. op een broeknaad; 4 smalle, rechte versieringslijn): 1. de veenbies, de waterbies of rus, de mattenbies; 2. de biezen van de stoelmat lieten los; 3. een rode bies op de broeknaad; opslagen met rode biezen; 4. het frame was met f...