Wat is de betekenis van Beslabberen, beslabben?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beslabberen, beslabben

(beslabberde, beslabde, heeft beslabberd, beslabd), (gew.) bemorsen bij het eten van dunne spijzen; — gij zult u daaraan niet beslobben (beslabberen), gij krijgt er niets van; — hij zou zich beslabberen, al at hij noten, hij is zeer onhandig.