Wat is de betekenis van Beslabberen?

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beslabberen

(beslabberde, heeft beslabberd) bemorsen : zich bij het eten -.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Beslabberen

BESLABBEREN, BESLABBEN, (beslabherde, beslabde, heeft beslabberd, beslabd), (gew.) bemorsen bij het eten van dunne spijzen; — gij zult u daaraan niet beslobben {beslabberen), gij krijgt er niets van; — hij zou zich beslabberen, al at hij noten, hij is zeer onhandig.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Beslabberen

Beslabberen, *...SLABBEN, bw. gel. (ik beslabberde of beslabde, heb beslabberd of beslabd), bemorsen, inmorsen. ZICH -, ww. *...AAR, m. (-s). -STER, v. (-s). *...ING, v. gmv.