Wat is de betekenis van Bereizen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bereizen

(bereisde, heeft bereisd), reizende doortrekken, bezoeken: een land bereizen; in ’t bijz. voor handelszaken: de kermissen bereizen; klanten bereizen.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bereizen

v., bireizgje.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bereizen

bereisde, h. bereisd (doorreizen; reizende bezoeken): als handelsman een provincie bereizen; de kermissen bereizen, met kramen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bereizen

(bə'reizən) (bereisde, heeft bereisd) reizend bezoeken : een land, zijn klanten -.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bereizen

(bereisde, heeft bereisd), reizende doortrekken, bezoeken: een land bereizen; in het bijzonder voor handelszaken: de kermissen klanten bereizen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bereizen

BEREIZEN, (bereisde, heeft bereisd), doorreizen; reizende bezoeken: een land bereizen; — (ook voor handelszaken): de kermissen bereizen; zijne klanten bereizen.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Bereizen

Bereizen, bw. gel. (ik bereisde, heb bereisd), doorreizen; een land -, (ook voor handelszaken); de kermissen -; een bereisd man, iem. die veel gereisd heeft. *...REKENEN, bw. gel. (ik berekende, heb berekend), uitcijferen, uitrekenen; ramen. *...REKENING, v. (-en), uitcijfering; volgens -, naar mijne -; (ook fig.). *...RENNEN, bw. gel. (ik berend...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten