Wat is de betekenis van Benedijen?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Benedijen

(benedijde, heeft gebenedijd), (veroud., dicht.) zegenen, loven, verheerlijken, prijzen: de Here zij gebenedijd. Vgl. Gebenedijd.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Benedijen

zegenen

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Benedijen

zegenen, zalig-spreken

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

benedijen

zegenen, prijzen.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

benedijen

(zegenen): lit. t. en Z.-N.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

benedijen

(benə'dijdn) (benedijde, heeft gebenedijd) Veroud. zegenen. Tgst. vermaledijen.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

benedijen

benedijen - zegenen, zalig-spreken.

2025-07-27
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Benedijen

van ’t Lat. benedicere (bene — wel, goed; dicere = zeggen).

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Benedijen

zegenen.