Wat is de betekenis van bel (open vorm)?

2025-07-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bel (open vorm)

v. (-len; -letje) [Germ. wortel bhelê< balken] I. Eig. 1. metalen holle halve bol, waarin een los balletje hangt dat bij iedere beweging gerinkel veroorzaakt : de gaat, klinkt, luidt; duw-, trekbel; een elektrische -; deur-, fiets-, tafel-, trambel. →: kat. Syn. klok. schel. 2. Uitbr. bel met koord, ketting om ze te doen gaan : aan de...