Wat is de betekenis van Behaim?

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Behaim

1° (ook Beheim of Beham), Hans de Oudere, bouwmeester in Neurenberg, bekend sinds 1499. + 1538. Voorn. werken: De zgn. Kaiserstallung auf der Burg (eigenlijk een Graanhuis, 1494), het Waaggebouw (1497—’98) en de verbouwing van het Raadhuis (1520). 2° Hans de Jongere, zoon van den vorige, vestingbouwer in Neurenberg, Augsburg, U...

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Behaim

(’be:haim) (Martinus) Duits aardrijkskundige 0 1459 te Neurenberg, 1477 te Mechelen, waar hij zich op de lakenhandel en op de wisen sterrenkunde toelegde ; 1479 te Antwerpen; 1480 te Lissabon, bereikte op een reis langs de Afrikaanse Westkust de monding van de Zaïre (Kongo); bezocht 1486 Eayal, een der Azorische Eilanden, waar zich een...

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Behaim

Martin, Duits zeevaarder en cartograaf, *1459(?) Neurenberg, 29.7.1507 Lissabon. Behaim vertrok in 1484 naar Portugal, nam van 1484— 85 deel aan Cão’s ontdekkingstocht langs de Afrikaanse westkust, woonde van 1486—90 op de Azoren, zat in diverse Portugese wetenschappelijke commissies en voerde bij de Portugese marine nauti...