Wat is de betekenis van Bavinck?

Bavinck, Herman, Nederlands gereformeerd theoloog, *19.1.1854 Hoogeveen, +29.7.1921 Amsterdam. Bavinck was van 1882-1902 hoogleraar in Kampen, daarna te Amsterdam (Vrije Universiteit). Hij werkte samen met A. → Kuyper aan de emancipatie van het orthodox-gereformeerd volksdeel binnen het Nederlandse cultuurleven. In tegenstelling tot Kuyper zocht Ba...

Herman (1854-1921), een der voornaamste vertegenwoordigers van het moderne Calvinisme in Nederland, werd in 1883 hoogleraar aan de Theologische School der Christelijke Gereformeerde Kerk te Kampen en in 1902 aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Het voornaamste vak dat hij gedoceerd heeft, de gereformeerde dogmatiek, heeft hij met gebruikmaking v...

Herman, hoogleeraar in de Gereformeerde dogmatiek; Christelijk paedagoog. *1854 als dominees-zoon te Hoogeveen, + 1921 te Amsterdam. In 1882 benoemd tot hoogleeraar aan de Theol. Sch. te Kampen; werkte met succes aan de vereeniging der Gereformeerde kerken. Sinds 1902 hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, waar ook zijn paedagogische...

(‘ba:vink) (Herman) Nederlands protestants godgeleerde, ° 13 dec. 1854 te Hogeveen, hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, ♱ 29 juli 1921 aldaar; schreef Gereformeerde Dogmatiek; Paedagogische Beginselen; Opvoeding der rijpere jeugd.

Bavinck (Dr. Herman), geb. 13 Dec. 1854 te Hoogeveen. Gymnasiast te Zwolle, student te Leiden 1874, gepromoveerd in de theol. aldaar 1880 op: De Ethiek van Zwingli. Pred. bij de Chr. Geref. kerk te Franeker 1881-82. Docent aan de Theol. school te Kampen 1883-1903. Hoogleeraar aan de Vrije Univ. te Amsterdam 1903. Lid van de 1e Kamer voor Z.-Holland...