Wat is de betekenis van Balsem?

m. ( s), 1. dik vloeibare oplossing van harsen in vluchtige oliën, als uitwendig geneesmiddel of als parfumerie gebruikt; oorspr. inz. die uit de balsemboom ; 2. (in kwakzalverstaal) smeersel, zalf; 3. (fig.) lieflijke of aangename geur : de bloemen wasemen balsem uit ; 4. (fig.) wat verzachting brengt van lichamelijke of zielepijn; ...

balsem

Een harsachtig plantaardig product, dat onder normale omstandigheden enigszins vloeibaar blijft en meestal een sterke, specifieke geur heeft. Balsem behoort tot de harsen.

Wanneer iemand in de droom wordt gebalsemd, zal zijn psyche genezen, omdat hij op z’n omgeving kan vertrouwen. (Zie ook ‘Zalf’).

[Lat. balsamum, Gr. balsamon] oorspr.: harsachtig geneeskrachtig welriekend produkt van sommige bomen, gemengd met verscheidene oliën gebruikt voor het conserveren van lijken; thans vnl.: voor medisch gebruik (zalving, verzachting); Canada-balsem, kunstmatig produkt gebruikt bij microscopie.

welriekende zalf; iets dat verzachting brengt

uitscheidingsprodukten van vele houtige gewassen; het zijn dikvloeibare mengsels van harsen en etherische oliën. Zij worden b.v. als geneesmiddel, reukwerk en in de parfumbereiding gebruikt. Bekende balsems zijn: mirre, wierook, canadabalsem.

natuurlijk mengsel van boomharsen, etherische oliën en aromatische zuren. Deze worden gewonnen door boomschorsen in te kerven of door plantedelen uit te persen of uit te koken. Bij behandeling van wonden, huidziekten, wrijfmiddelen tegen migraine en reumatiek.

Zie Mummificatie.