Wat is de betekenis van bagatel?

(<Fr.), o. (voorheen v.), (-len), zaak van geen betekenis, kleinigheid : hij is voor geen bagatel vervaard ; — dat is me een bagatel, dat doe ik zonder moeite ; inz. kleine geldsom : dat kost maar een bagatel.

futiliteit. zaak van onbenullig belang; futiliteit. Voorbeelden: In het licht van wat u nu vertelt, lijkt een nachtelijke vlucht boven iemands huis slechts een onbenulligheid. Nu ga je wel erg kort door de bocht. Ten eerste is een verstoorde nachtrust allesbehalve een bagatel. Het is een kwestie van levensbelang. Onderzoek heeft het...

bagatel - Zelfstandignaamwoord 1. iets van geringe betekenis of waarde Woordherkomst Via het Franse bagatelle en het Italiaanse bagattella van het Latijnse baca (bes). Verwante begrippen kleinigheid, nietigheid, futiliteit, trivialiteit, onbeduidendheid, onbenulligheid, beuzelarij, wissewasje

bagatel - zelfstandig naamwoord uitspraak: ba-ga-tel 1. iets wat onbelangrijk is ♢ dat Edward de verkeerde schoenen droeg, was een bagatel Zelfstandig naamwoord: ba-ga-tel het bagatel he...

beuzelarij, kleinigheid, wissewasje

[Fr. bagatelle, van lt. bagatella] eig.: nutteloos en waardeloos iets; beuzelarij, kleinigheid, van geen betekenis.

kleinigheid

Net als bij hotel en motel ligt bij bagatel het accent op de laatste lettergreep. Dat verraadt de uitheemse afkomst. Het Italiaans heeft bagatella: kleinigheid, nietigheid. Vroeger bracht men dit woord in verband met bagage, een afleiding van laat-Latijn baga: pak, zak. Bagatella zou dan eigenlijk betekenen: pakje. De latere opvatting is dat deze v...

soort spel met stok en balie op ‘n tafel; kleinigheid.