Wat is de betekenis van Baekelmans?

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Baekelmans

Baekelmans - Lode, Vlaamsch roman- en tooneelschrijver. * 1879 te Antwerpen; thans bestuurder van de Stedelijke Volksboekerijen, voorzitter van VI. Vereeniging van Bibliothecarissen. Scherp waarnemer en knap verteller van het Antwerpsch havenleven, soms rauw en pessimistisch: Uit Grauwe Nevels (1901), Havenlichtjes (1905), novellen; De Doolaar in...

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Baekelmans

('ba:kəlmans) (Lode) Vlaams letterkundige. 0 26 jan. 1879 te Antwerpen; schreef romans o. a. Tille (1912) en novellen o. a. Zonnekloppers (1907), Dwaze Tronies (1907) uit het Antwerpse volksleven.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Baekelmans

Ludovicus Henricus (Lode), Vlaams letterkundige, *26.1.1879 Antwerpen, ♱ 11.5.1965 Antwerpen. Hij was directeur van de Antwerpse stadsbibliotheek (1933—45) en inrichter van het Letterkundig Museum, thans Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven (1933). Hij was in 1907 medeoprichter en later voorzitter van de Vereniging van Vlaamse lette...

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Baekelmans

Baekelmans (Lode), geb. 1879, Vlaamsch prozaschrijver van humorist. Antwerpsche schetsen en romans; schreef o. a. Uit grauwe nevels (1901), Marieken van Nijmegen (nov. 1901), De waard uit „De bloeiende eglantier” (1902), De doolaar en de weidsche stad (1904), Havenlichtjes (1905), De zonnekloppers (1906), Dwaze tronies (nov. 1907), Havenvolk (1910)...