Wat is de betekenis van azijndrinker, azijnpisser, azijnzeiker, azijnzuiper?

2025-07-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

azijndrinker, azijnpisser, azijnzeiker, azijnzuiper

chagrijnig persoon; zuurpruim; kniesoor. Het gaat hier om een leenvertaling uit het Frans (in deze taal werd pisse-vinaigre reeds in 1628 opgetekend en dit voor zowel ‘vrek, gierigaard’ als voor ‘chagrijnig, sikkeneurig persoon’). In Vlaanderen raakte de leenvertaling rond 1900 in zwang, waarna het woord later ook in Nederla...