Wat is de betekenis van Ăvuncŭlus?

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ăvuncŭlus

i, m. moeders broer, oom, magnus, Cic., of maior, Vell., Suet., grootmoeders broer, oudoom. | overdr., oom = man van moeders zuster; - van grootmoeders zuster, oudoom.

2025-07-25
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten