Wat is de betekenis van Audītĭo?

2025-07-24
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Audītĭo

ōnis, f. act., het horen, aan-, toehoren; meton., voordracht, voorlezing. | pass., het horen zeggen; meton., praatje, gerucht.

2025-07-24
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)