Assertŏr
ōris, m. de verdediger -, handhaver der vrijheid, volledig assertor libertatis, Sen.; hij, die op iemd (als zijn slaaf) aanspraak maakt. | overdr., bevrijder, beschermer, verdediger.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ōris, m. de verdediger -, handhaver der vrijheid, volledig assertor libertatis, Sen.; hij, die op iemd (als zijn slaaf) aanspraak maakt. | overdr., bevrijder, beschermer, verdediger.
Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)
Assertor - . In eene causa liberalis, d.i. een geding over de vraag, of iemand vrij of slaaf was, kon de persoon, wiens vrijheid betwist werd, niet als zijn eigen verdediger optreden. Hiertoe was een assertor noodig, iemand, die rechtspersoonlijkheid bezat en staande hield, dat de betwiste persoon een vrije was, bij welke verklaring hij zijne hand...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: