Wat is de betekenis van Ascensŭs?

2025-07-27
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ascensŭs

ūs, m. het opklimmen, beklimmen; overdr., het opklimmen = geraken tot iets. | concr., toegang, opgang, hoogte, helling; fig., in virtute multi ascensus, trappen, Cic.

2025-07-27
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

ASCENSUS

Opgang. Terminorum ascensus, Opgang van ’t meer bizondere tot het meer algemeene.

2025-07-27
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Ascénsus

(Lat.), het stijgen (toenemen, verergeren) ener ziekte. A. uteri, opstijging van de baarmoeder.

Gerelateerde zoekopdrachten