Ascensŭs
ūs, m. het opklimmen, beklimmen; overdr., het opklimmen = geraken tot iets. | concr., toegang, opgang, hoogte, helling; fig., in virtute multi ascensus, trappen, Cic.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ūs, m. het opklimmen, beklimmen; overdr., het opklimmen = geraken tot iets. | concr., toegang, opgang, hoogte, helling; fig., in virtute multi ascensus, trappen, Cic.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
dr. H. Pinkhof (1923)
(Lat.), het stijgen (toenemen, verergeren) ener ziekte. A. uteri, opstijging van de baarmoeder.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: