Arrest
(<Fr.), o. (-en), 1. beslaglegging op goederen ; — 2. (veroud. alleen nog in de spreekt.) gijzeling, beslag; — 3. voorlopige aanhouding van een verdachte : iem. in arrest nemen, houden, in arrest zitten ; huis van arrest; 4. (milit.) een bepaalde soort van krijgstuchtelijke straffen: drie dagen arrest; de offi...