Wat is de betekenis van Ărĭĕto?

2025-07-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ărĭĕto

(1), stoten (van een ram). | overdr., intr., tegen of op iets stoten, (van ruiterij) aanstormen, fig. ook = zich stoten (offendere); trans., iets beuken, alqm in terram, neerstoten, Curt., fig., verontrusten.

Gerelateerde zoekopdrachten