Ărĭĕto
(1), stoten (van een ram). | overdr., intr., tegen of op iets stoten, (van ruiterij) aanstormen, fig. ook = zich stoten (offendere); trans., iets beuken, alqm in terram, neerstoten, Curt., fig., verontrusten.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
(1), stoten (van een ram). | overdr., intr., tegen of op iets stoten, (van ruiterij) aanstormen, fig. ook = zich stoten (offendere); trans., iets beuken, alqm in terram, neerstoten, Curt., fig., verontrusten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: