Arbeid
m., g. mv., 1. moeite, inspanning van lichamelijke (of geestelijke) krachten om iets te verrichten, tot stand te brengen : leven zonder arbeid is geen leven ; de boer oogst de vruchten van zijn arbeid ; de arbeid op het veld, in de veenderijen ; weinig arbeid voor veel loon ; kunst wordt door arbeid verkregen ; &m...