Wat is de betekenis van apostrof?

2025-07-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

apostrof

Het begrip apostrof heeft 3 verschillende betekenissen: 1) weglatingsteken '. het teken ', dat de weglating van een of meer letters aanduidt, of dat we gebruiken om een open lettergreep open te houden als er bijvoorbeeld een uitgang of een achtervoegsel volgt. Voorbeelden: m'n vriendin, opa's fiets, baby'tje....

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

apostrof

apostrof - Zelfstandignaamwoord 1. een typografisch teken, lijkend op een komma maar hoger geplaatst, dat aangeeft dat iets is weggelaten Er zat 'n konijn in het gras. / Er zat een konijn in het gras. 2. een typografisch teken, lijkend op een komma maar hoger geplaatst, gebruikt als...

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

apostrof

apostrof - zelfstandig naamwoord uitspraak: a-pos-trof 1. teken dat aangeeft dat een of meer letters zijn weggelaten ♢ de apostrof in 's ochtends geeft aan dat het eigenlijk 'des ochtends' is Zelfstandig naamwoord: a-pos-trof ...

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Apostrof

[Gr. apostrophè = het zich afwenden, het zich ergens heenwenden, hè apostrophos prosooidia = de betoning (het teken) van de weglating, van apo = weg, en strephein = wenden, keren] 1. afkappings- of weglatingsteken, dat aangeeft dat één of meer letters van het woord zijn weggelaten, bijv.: &...

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Apostrof

weglatingsteken; toespraak; aanspreking van (afwezige) personen of zaken (stijll.)

2025-07-25
Reclame woordenboek

Frans van Lier (1987)

Apostrof

Leesteken om aan te geven dat een of meer letters zijn weggelaten ('s middags); Leesteken om, waar nodig, genitief-vorm aan te duiden (Leo's boek, Klaas' broek).

2025-07-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Apostrof

afkappings- of weglatingsteken, b.v. ik heb ’t Kees’ vader gezegd.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

apostrof

(apo'strof) v. (-fen, -s) I. [Fr. < Gr. apostrophè < apostrophein, afwenden] 1. stijlfiguur waardoor de redenaar zich van zijn toehoorders afwendt en zich tot een al of niet aanwezige persoon of tot een voorwerp richt. 2. Uitbr. levendige, harde bestraffende toespraak. II. [Gr. apostrophos < apostrophein, afwenden] afkappin...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Apostrof

[Gr. apostrofè, afwending], v./m. (-s, -fen), 1. stijlfiguur waarbij men zich plotseling tot een ander dan de eigenlijk aangesprokene richt; vandaar: toespraak; 2. [Gr. apostrofos, de omgebogene, haakje], leesteken, gebruikt met name waar één of enkele letters zijn weggelaten (’t, m’n), afkappings- of weglatingsteke...