Wat is de betekenis van apetoeter?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

apetoeter

(2007) (inf.) erg dronken. Syn.: apelazarus*. • Ik ging ook maar bier drinken en raakte in gesprek met drie Haarlemse meis-jes, alledrie in Amstel-shirt. Een paar uur later kwam ik hen opnieuw tegen op het Vrijthof. ‘Ik was meteen apetoeter,’ zei een van de meisjes. (Peter Winnen: Pedaalridder. 2007)

Gerelateerde zoekopdrachten