Wat is de betekenis van Ample?

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Ample

wijd, ruim, breed; uitgebreid, breedvoerig, uitvoerig, omstandig; overvloedig; de plus amples détails, nadere bijzonderheden.

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

wijd, ruim, breed (voerig), overvloedig, ampel.

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

adv. 1. rijkelijk, aanzienlijk, belangrijk. 2. groots, prachtig, schitterend, heerlijk. In ’t bijz. (zie) amplius.

Lees verder

Gerelateerde zoekopdrachten