Wat is de betekenis van Amir?

2025-07-28
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

amir

1 leider, bevelhebber; 2 †, soort van havenbeambte; amir ulmu'minin. Heer der gelovigen (de chaliefen).

2025-07-28
Kleine woordentolk der geesteswetenschappen

A.J.H. van Leeuwen, A.P. Meyer-Gerhard (1977)

ÂMIR

(arab) Bevelhebber. Het gebod. De tweede kaste, zie âlim.

2025-07-28
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Amir

m. emir.

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Amir

Vorst van Smyrna en van een deel van Ion'ë, omstreeks het jaar 1341; keizer Cantacuzena van Griekenland riep zijn hulp in tegen de Bulgaren, die Demotica belegerden, in welke stad zich de keizerin Irène bevond; Amir ontzette Demotica, doch weigerde zich aan de keizerin te vertoonen bij afwezigheid van haar gemaal, uit vrees de ijve...

2025-07-28
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Amir

turksch bevelhebber te Smirna in de 12e eeuw, bewees gewigtige diensten aan keizer Cantacusenus, en sneuvelde bij gelegenheid, dat de Kruisvaarders een aanval deden op de citadel van Smirna.

2025-07-28
Woordenboek Turks-Nederlands

MEHMET KIRIŞ (2024)