Wat is de betekenis van Ambŭlo?

2025-07-27
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ambŭlo

(1), intr., wandelen, rondlopen, op en neer lopen, en verder = lopen, gaan, reizen, ambula, maak, dat je wegkomt, Ter., ambulare in ius, een aanklacht indienen bij het gerecht, Ter.; (van soldaten) marcheren. | trans., quum maria ambulavisset, terram navigasset, toen hij over zee gemarcheerd, over land gezeild was, Cic.

Gerelateerde zoekopdrachten