Amalek
1. kleinzoon van Ezau (Gen. 36:12); 2. nakomeling van Ezau ; soms als collectivum : de Amalekieten (Ex. 17 :8).
Van Dale Uitgevers (1950)
1. kleinzoon van Ezau (Gen. 36:12); 2. nakomeling van Ezau ; soms als collectivum : de Amalekieten (Ex. 17 :8).
Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)
Amalek (hebreeuws amalek), naam van een nomadenstam, die volgens de traditie van Ezau afstamt (Gn 36,12). Volgens Nm 13,29 hielde de stam zich op in de Negeb, volgens Gn 14,7 in de streek van Kades-Barnea. Het OT spreekt van een erfvijandschap tussen Amalek en Israël, die reeds tijdens de doortocht door de woestijn zou begonnen zijn (Ex 17,8...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
nomadenstam in de woestijn van Sinaï, in het gebied ten Zuiden van Juda, later ook in het gebied van Efraïm, wordt in het O.T. als oeroud volk genoemd (vgl. Num. 24 : 20). Met de Israëlieten waren zij steeds in strijd. Bekend is het verhaal uit Ex. 17 : 8-16, waarin Mozes tijdens het gevecht met de Amalekieten met opgeheven handen bi...
John Kooy (1933)
stamvader der Amalekieten, nomadenvolk in Syrië, volgens het Bijbelverhaal door de Israëlieten uitgeroeid.
Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: