Wat is de betekenis van Afzwepen?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afzwepen

(zweepte af, heeft afgezweept), 1. (mensen of dieren) zolang en zo hevig met de zweep slaan, dat ze niet meer voort kunnen: ’t is een schande, zoals die koetsier zijn paarden afzweept; 2. (fig., dicht.) (van de wind gezegd) door heen en weer zwepen losmaken en doen afvallen (bladeren, takken), vgl. voort- en opzwepen.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afzwepen

('af) (zweepte af, heeft afgezweept) 1. door zwepen afmatten : een trekdier -. 2. door zwepen doen afvallen : de wind zweepte de bladeren af.

Gerelateerde zoekopdrachten