Afvaart
v. (-en), de daad van afvaren, het vertrek van schepen of boten ; — af- en aanvaart, of aan- en afvaart, vertrek en aankomst van vaartuigen.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), de daad van afvaren, het vertrek van schepen of boten ; — af- en aanvaart, of aan- en afvaart, vertrek en aankomst van vaartuigen.
Wiktionary (2019)
afvaart - Zelfstandignaamwoord 1. wegvaren van de wal van een vaartuig ♢ We hebben gewacht tot de afvaart van de veerdienst. afvaart - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvaren ♢... dat jij afvaart...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v. afvaarten (vertrek van een schip); de tijden van de afvaart der boten publiceren; de af- en aanvaart, vertrek en aankomst.
Jozef Verschueren (1930)
('af) v. (-en) 1. Eig. het afvaren : af- en aanvaart van schepen. 2. Metn. afvaartplaats. Syn. ➝ afmars.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Afvaart - het afvaren, het vertrek van schepen of booten; — scheepvaart op een rivier stroomafwaarts of op een kanaal in de richting van het lager gelegen pand.
J.H. van Dale (1898)
Afvaart v. (-en), de daad van afvaren; het vertrek van schepen of booten: — af - en aanvaart, of aan- en afvaart, vertrek en aankomst van vaartuigen.
Jacob van Lennep (1865)
z.n.v. - Vertrek van een schip of boot. De afvaart van den beurtman. De Aan- en afvaart der stoombooten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: