Van Dale Uitgevers (1950)
(stevende af, is afgestevend), 1. van een bepaald punt afvaren om naar elders te zeilen of te stomen : in de vroege morgen stevenden wij van het eiland af ; 2. op iem. of iets afstevenen, van schepen, er naar toe varen ; meest fig. : regelrecht en met snelle tred op iemand of iets afkomen: zodra hij mij zag aankomen, stevende hij...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('af) (stevende af, is afgestevend) 1. zich verwijderen met elders heen gerichte steven : van de wal -. 2. stevenen in een bepaalde richting: op iemand -.
Instituut voor de Nederlandse taal
afstevenen ww. 'zich richten' categorie: geleed woord Nnl. afstevenen 'zich richten (overdrachtelijk)' [1833; WNT]. Gevormd uit af en het werkwoord stevenen 'koers zetten', dat in de 18e eeuw 'zeilen' betekende [1729; Halma] en afgeleid is van het zn. ...
J.H. van Dale (1898)
(stevende af, is afgestevend), (van schepen of de personen die daarin varen) van een bepaald punt afvaren om naar elders te zeilen of te stoomen in den vroegen morgen stevenden vrij van het eiland af; — op iem. of iets afstevenen, (eig.) (van schepen of de personen die daarin varen) met een bepaald doel en in volle vaart ergens op afvaren: wi...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
