Wat is de betekenis van AFSNOEPEN?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afsnoepen

(snoepte af, heeft atgesnoept), 1. iets lekkers stilletjes wegnemen en opeten ; 2. iem. iets af snoepen, het hem ontnemen door het weg te snoepen, meest oneig. : hem (net) vóór zijn met iets waaraan hem gelegen is, te doen of mede te delen, het voor zijn neus weghalen ; — een meisje een kusje af snoepen, steelsge...

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afsnoepen

afsnoepen - Werkwoord 1. (ov) iets waardevols stukje bij beetje wegnemen Hij heeft vandaag een puntje van de koploper afgesnoept. Woordherkomst samenstelling van af en snoepen

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afsnoepen

('af) (snoepte af, heeft afgesnoept) snoepgoed stilletjes wegnemen en opeten.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFSNOEPEN

(snoepte af, heeft afgesnoept), iets lekkers stilletjes wegnemen en opeten; — iem. iets afsnoepen, het hem ontnemen door het weg te snoepen, ook hem vóór zijn met iets te doen of mede te deelen; — een meisje een kusje afsnoepen, op eene behendige wijze van haar nemen; — zeer veel snoepen dat kind heeft al wat afges...

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)