Wat is de betekenis van Afsabbelen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afsabbelen

(sabbelde af, heeft afgesabbeld), 1. telkens knabbelen op en met speeksel doortrekken, lurken aan: een afgesabbeld stukje zoethout; de boer sabbelde zijn sigaar af; een afgesabbeld mondstuk; 2. sabbelend opeten : zoethout af sabbelen.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afsabbelen

v., ôfsobje.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afsabbelen

('af) (sabbelde af, heeft afgesabbeld) 1. sabbelend afknabbelen : een sigaar -. 2. sabbelend opeten : zoethout -.

Gerelateerde zoekopdrachten